Meubels horen in een huis, niet op een schroothoop
Bij Reliving nemen we stelling tegen de niet-duurzame fast furniture industrie. Wij pleiten voor een duurzaam en milieuvriendelijk alternatief voor de traditionele meubelverkoop.
Het verhaal achter een verwoestende industrie
Meubels gingen vroeger veel langer mee
De meubels die je opa en oma kochten waren van hoge kwaliteit, gingen lang mee en waren duurzaam.
De opkomst van fast furniture en massaproductie
Ergens in de vorige eeuw werd een nieuwe trend in meubels gepromoot door grote detailhandelaars. Zij begonnen goedkope meubels met een korte levensduur te produceren, gemaakt van multiplex en andere goedkope materialen. Fast furniture ontstond.
De verwoestende impact op ons milieu
fast furniture, aangewakkerd door enkele van de grootste meubelverkopers, heeft een verwoestend effect op ons milieu. Van hout dat afkomstig is van (illegale) ontbossing, worden goedkope stoelen en tafels gemaakt.
meubels moeten gemiddeld om de 3-4 jaar worden vervangen. En hoewel de industrie zichzelf voordoet als milieuvriendelijk, wordt in de praktijk slechts 1% van alle meubilair gerecycled.
Het is tijd voor verandering
Bij Reliving geloven we dat het tijd is voor verandering. Wij geloven in meubels van hoge kwaliteit met een lange levensduur, die wij zo lang mogelijk in omloop houden.
Ieder item op Reliving is tweedehands en door ons gecureerd op kwaliteit. Ons uiteindelijke doel:
Een wereld waarin fast furniture verdwijnt en meubels telkens opnieuw een nieuw leven krijgen
En jij kan hierin een belangrijke rol spelen
Door voor tweedehands te kiezen, draag je hier aan bij. Je kunt ook per product zien wat je aan CO2 bespaard. De CO2 voorbeelden geven hierbij weer wat je bespaard indien je kiest voor een tweedehands meubel in plaats van het nieuw te kopen. Wel vermelden we hierbij dat dit het een gemiddelde is. De echte CO2 impact hangt namelijk samen van verschillende factoren. Denk hierbij aan materiaal keuzes, afmetingen, gewicht, transport
Bekijk hier het onderzoek dat Reliving deed in samenwerking met de studenten van de Universiteit van Amsterdam.
